Het Expertisenetwerk Speed Pedelec Vlaanderen wil dat gebruikers van snelle elektrische fietsen – de zogenoemde speedpedelecs – toegang krijgen tot alle fietspaden en ook tot jaagpaden langs kanalen en rivieren. Via verkeersborden worden ze daar nu nog soms van verbannen. Het netwerk heeft een advies overgemaakt aan de ministers van Mobiliteit.
Speed Pedelec Vlaanderen vraagt aan de federale en Vlaamse ministers van Mobiliteit Jean-Luc Crucke (Les engagés) en Annick De Ridder (N-VA) om de verkeersregels voor speed pedelecs te vereenvoudigen. Fietssnelwegen en andere fietsroutes doorkruisen het territorium van verschillende wegbeheerders: het Vlaams Gewest, steden en gemeenten – en in het geval van jaagpaden langs rivieren en kanalen is dat De Vlaamse Waterweg.
Elke wegbeheerder kan op basis van de wegcode aparte regels en uitzonderingen opleggen die gebruikers van een speed pedelec toelaten of net bannen van een fietspad. Dat leidt soms tot erg verwarrende situaties. Dat terwijl de speedpedelec net voor veel pendelaars een duurzaam en gezond alternatief vormt voor de autofiles op de snelweg.
De speedpedelec op het fietspad of niet: wat de verkeersregels vandaag zeggen
Een snelle elektrische fiets haalt tot 45 km/uur en dus gelden er bijzondere verkeersregels.
Op wegen waar auto’s maximaal 50 kilometer/uur mogen rijden, mogen de snelle elektrische fietsers kiezen om al dan niet het fietspad te gebruiken. Dan liefst wel aan een aangepaste snelheid zodat je de andere weggebruikers op het fietspad niet in gevaar brengt.
Op wegen waar auto’s méér dan 50 kilometer/uur mogen rijden, moet je met de speedpedelec op het fietspad, of dat nu aanliggend of vrijliggend is. Het gewest en de gemeenten kunnen op hun grondgebied wel uitzonderingen maken. Met kleine verkeersborden (bijvoorbeeld met het symbool van een bromfiets en de letter P) kunnen ze snelle elektrische fietsen van het fietspad weren, bijvoorbeeld wanneer het te smal is. Dan moet je met de speedpedelec dus tussen of naast de auto’s rijden.
In de bebouwde kom zijn er vaak gemengde voet- en fietspaden, aangeduid met een blauw rond bord met fietsers en voetgangers (D9, D10). Wanneer er een bord D10 staat dan is dat fietspad voor speed pedelecs verboden.

Speedpedelecers gebruiken hun fiets steeds vaker op een multifunctionele manier en het is ook hun enige fiets. Daar zit een logica in want die fietsen kosten duizenden euro’s. Een budget voor een aparte stadsfiets is er dan niet meer.
Stel je een vader voor die in de ochtend met zijn speedpedelec aan een hogere snelheid naar het werk rijdt. In de namiddag keert hij naar huis terug maar gaat hij eerst zijn jongere kinderen met de fiets aan school ophalen. De vader rijdt dan met de speedpedelec aan een lagere snelheid – samen met de kinderen op hun eigen fietsje – naar huis. Dat kan op het fietspad, tenzij er een bord “D10” staat. Dan mogen de kinderen op het fietspad blijven maar de vader moet dan volgens de wegcode aan die lage snelheid op de rijstroken voor auto’s naast zijn kinderen rijden. Dat vindt Speed Pedelec Vlaanderen erg onveilig.
Het feit dat er zoveel uitzonderingen zijn, heeft in de eerste plaats te maken met de ruimtelijke wanorde en de lintbebouwing in Vlaanderen. Het Gewest en steden en gemeenten leggen dan wel aan hoog tempo gescheiden fietspaden aan maar door de bebouwing naast de weg is er soms te weinig plaats. In plaats van parkeervakken te schrappen, kiezen gewest en lokale overheden dan voor een compromis. Er komen aan de zijkanten van de weg dan zogenoemde gemengde paden voor fietsers en voetgangers. Die zijn soms niet toegankelijk voor bromfietsers en mensen met een speedpedelec.
Concreet advies van de ministers
Speed Pedelec Vlaanderen wil dat gebruikers van een speedpedelec toegang tot alle fietsinfrastructuur krijgen en er moet komaf gemaakt worden met de uitzonderingen die door de steden en gemeenten en de Vlaamse Waterweg opgelegd worden. Daarvoor moet de federale minister Crucke de wegcode aanpassen. Vlaams Minister De Ridder kan in overleg treden met steden en gemeenten of bijkomende regelgeving uitvaardigen naast de wegcode. Concreet:
- Gebruikers van een speedpedelec moeten toegang krijgen tot gemengde fietspaden die zijn aangeduid met het verkeersbord D10 op voorwaarde dat ze niet sneller dan 30 kilometer/uur rijden; dit bestaat al in Wallonië; speedpedelecers mogen voetgangers op gemengde paden sowieso alleen stapvoets inhalen.
- Geef speedpedelecs toegang tot wandelzones in stadskernen, waar tussen bepaalde uren fietsen wordt toegestaan; dit volgens dezelfde voorwaarden als vandaag van kracht voor andere fietsers.
- Geef speedpedelecs toegang tot de tegenrichting in enkelrichtingstraten, wanneer deze toegang ook aan rijwielen wordt verleend; dit is vandaag mogelijk, maar sterk afhankelijk van de willekeur bij de wegbeheerder; in de ene gemeente mag het overal, in de volgende gemeente nergens.
- Speedpedelecs moeten overal toegelaten worden op jaagpaden langs rivieren en kanalen. Zo haal je het snelle fietsverkeer van de gewone weg af.
- In een zone 30 moet alle verkeer de snelheidslimiet van 30 kilometer/uur respecteren; pas die zones toe in kernen, aan scholen, en op andere plaatsen met een verhoogd risico op ongevallen; maar op de routes die zich lenen om veilig sneller te fietsen, zoals jaagpaden en rurale paden die gekenmerkt worden door goed zicht en een zeer lage kans op zijdelings conflict, schaf je dat beter af.
- Op sommige routes buiten de stad gelden door middel van een fietszone – bijvoorbeeld via het bord F99 – snelheidsbeperkingen tot 30 kilometer/uur; Speed Pedelec Vlaanderen pleit voor het terechte gebruik van die zones in een stedelijke context, maar wees er spaarzaam mee buiten kernen en op eerder rurale, rustige wegen.

- Introduceer voor nieuwe gebruikers een opleiding die specifiek is gericht op de speed pedelec en maak het praktijkdeel ruimer beschikbaar; deze opleiding moet door experten ontwikkeld zijn en gericht zijn op voertuigbeheersing, risicoperceptie en verkeersveilige attitudes; de lesgevers moeten specifiek opgeleid zijn om deze opleidingen te geven; de meeste brevet 4 lesgevers in de rijschool zijn hiervoor vandaag onvoldoende geschoold.
Je kan het hele advies nalezen op de website van Speed Pedelec Vlaanderen.
Wat is een speedpedelec en hoeveel mensen rijden ermee?
Een speed pedelec is een snelle elektrische fiets die via een elektromotor en trapondersteuning tot maximaal 45 kilometer/uur kan rijden. Het verschil met een gewone elektrische fiets is de hogere snelheid en het feit dat je er een rijbewijs voor nodig hebt: hetzij een bromfietsrijbewijs AM of een autorijbewijs B. Verder is er een helmplicht.
In België rijden er volgens Filip Rylant van mobiliteitsorganisatie Traxio momenteel al bijna 150.000 speed pedelecs. De markt is in de afgelopen 7 jaar geëxplodeerd. Dat komt onder meer door technologische sprongen, fiscale maatregelen zoals fietsvergoedingen en programma’s voor het leasen van die snelle fiets via de werkgever. Méér dan de helft van de verkochte speed pedelecs in mei 2025 werd geleased via een bedrijf.
De algemene groei van de markt vertraagt momenteel wel enigszins maar de dure speed pedelecs vinden recent gretig aftrek bij particuliere kopers op de tweedehandsmarkt. De kopers en leasers van speed pedelecs wonen bijna uitsluitend in Vlaanderen – het gaat zelfs om 95 procent van de gebruikers. In Brussel is de snelle fiets minder gegeerd omdat je er door de stedelijke omgeving eigenlijk wel vooruit kan met een gewone (elektrische) fiets. En anders dan in Vlaanderen liggen er in Wallonië op rurale gewestwegen veel minder afgescheiden fietspaden. Dat betekent dat je daar met een speed pedelec soms tussen het autoverkeer moet laveren, en dat is niet echt aantrekkelijk.
Eerste reacties van de ministers
Federaal minister Jean-Luc Crucke reageert via een reactie aan VRT NWS zalvend en met begrip. “Het advies van Speed Pedelec Vlaanderen legt de vinger op de wonde: de regelgeving rond speedpedelecs moet duidelijker, consistenter en beter afgestemd zijn op de realiteit van het dagelijkse gebruik. Het klopt dat er vandaag te veel versnippering is, wat leidt tot onduidelijkheid voor de gebruikers én tot gevaarlijke situaties.” Crucke zegt dat hij zal verder werken aan een herziening van de wegcode en neemt het probleem ook op met de gewesten.
De Vlaamse minister van Mobiliteit Annick De Ridder liet al weten dat er “zeker enkele interessante elementen in het advies staan, die we nu rustig willen bekijken.”
Tekst & foto’s: vrt.be