Eurobike 2025  

Tweewielers vs vierwielers, lokaal vs internationaal 

Op woensdag 26 juni, ergens tussen Hall 8 en een koffie van zes euro, was het opnieuw duidelijk: Eurobike is geen beurs, het is een platform. Een plek waar de tijd versnelt, meningen botsen en trends uit de lucht komen vallen. En zoals elk jaar stelde Frankfurt niet teleur — of net wel, afhankelijk van wie je het vraagt. 

Van “fietsen” naar “mobiliteit” – en weer terug 

Het is elk jaar hetzelfde ritueel: je komt de Messe binnen, denkt klaar te zijn voor een lawine aan racefietsen en slimme vernieuwingen, maar plots sta je oog in oog met een cabinefiets op vier wielen en een e-step die harder accelereert dan de Dacia Logan van je buurman. 

Eurobike 2025 heeft het laatste beetje gêne rond “mobiliteit” overboord gegooid — de tweewieler is nog lang niet dood, maar krijgt gezelschap van vierwielige stadsvreters en LEV’s. Door hun grote succes krijgen deze voertuigen binnenkort een eigen beursruimte. Goed, want tussen al die LEV-cabines in zien we een verborgen trend: niet-elektrisch fietsen is terug in opmars. 

Dat niet iedereen het Eurobike-feestje meeviert, viel op. Cube, Hercules en Kettler – toch drie zwaargewichten uit de Duitse fietswereld – schitterden door afwezigheid. Een statement? Of gewoon heimwee naar de tijd dat een beursvloer nog over fietsen ging in plaats van modulaire mobiliteit? Een gevoel dat leeft bij veel exposanten. 

Terwijl de beurs qua omvang iets kleiner oogde, vertelt dat verhaal meer over strategie dan over crisis. Organisatoren meldden 31.270 vakbezoekers (–10,9%) en 30.420 festivalgangers (–8,1%) ten opzichte van 2024. Bovendien was meer dan de helft (53,7%) van de bezoekers internationaal, een stijging ten opzichte van vorig jaar*.* 

Slimmer, lichter, sneller – en vooral: veiliger 

E-bikes waren, zoals te verwachten, opnieuw het kloppend hart. Maar de revolutie zit niet langer in brute kracht, maar in intelligentie. Fabrikanten staken hun nieuwste motoren niet onder stoelen of banken, maar wat écht bijbleef: het lijkt of fietsen elk jaar minder moeten wegen. 

Ze vinden het antwoord in nieuwe, verfijnde – en dus lichtere – maar ook krachtigere motoren. Batterijen met een verbeterde dichtheid en efficiëntie, en nieuwe materialen spelen ook een rol in dat verhaal. 

Het nieuwe toverwoord? IoT. Wie nu nog denkt dat connectiviteit enkel iets voor nerds is, heeft de laatste Eurobike niet gezien. Valdetectie, GPS-tracking, digitale sloten, app-gestuurde instellingen. Bosch, Shimano en consoorten bliezen ons omver met overbodige newtonmeters, en daarnaast dus ook vooral integratie en gebruiksgemak. Ook ABS-systemen worden stilaan standaard. 

Back to basics: de comeback van pure spierkracht 

Toch voelde je dit jaar een tegenbeweging. Alsof de branche besefte dat niet elke rit elektrisch hoeft. Vouwfietsen, fixies, en zelfs cargobikes zonder motor: ze waren er niet alleen voor de nostalgie. Integendeel, de nieuwe ‘muscular bikes’ zijn een statement. Terug “gewoon fietsen”. Vooral bij jonge stedelingen valt op hoe die terugkeer naar eenvoud gewaardeerd wordt. 

Zoals verwacht was ook het gravelsegment sterk vertegenwoordigd op Eurobike. De sport vindt een nieuwe adem en merken spelen hier volledig op in. Nergens anders zie je zo veel frames, banden, stuurtassen en plug-and-play accessoires voor het betere offroad-werk. Gravel is allang geen niche meer; het is de logische keuze geworden. Weg van de baan = vrijheid en plezier. 

Ook interessant is de komst van gerecycleerde materialen. Minder blabla, meer bewijs. Gerecycleerd aluminium, bio-based banden, 3D-geprinte zadels en vooral: transparantie over productie, herstel en levensduur. Duurzaamheid lijkt minder marketing en meer ondernemingsvisie te worden. 

Belgische bescheidenheid, grootse innovatie 

Tussen al dat internationale geweld vallen de Belgische deelnemers steeds meer op – al doen ze dat op typisch bescheiden wijze. De Belgian Cycling Factory was present met Ridley en Merckx, maar ook met opvallend nieuws: de introductie van Nukeproof en het nieuwe Aeres – merken die mikken op een jong en internationaal publiek zonder hun roots te vergeten. 

Ook Ahooga bevestigde na hun spectaculaire graveltocht door Rwanda. De A-Max, een niet-elektrische variant van de Max, trok heel wat aandacht op Eurobike. Net zoals Bike 43. Zij presenteerden hun nieuwste short- én midtailmodellen: compacte alleskunners die inspelen op de groeiende vraag naar flexibele cargofietsen in stedelijke omgevingen. 

Bij de minder bekende spelers stal Urbanisto de show met een Eurobike Award voor hun modulaire cargobike – een toonbeeld van praktisch, flexibel design dat inspeelt op veranderende stadslogistiek. Sapim, traditioneel een stille kracht in de wielerindustrie, sprong dit jaar in het oog met hun nieuwste generatie carbon spaken. 

BZEN presenteerde de Monaco, hun eerste e-bike met middenmotor. En wie goed oplette, merkte dat ook Urban Jungle en Granville uitpakten met een volledig vernieuwd gamma, waarbij Belgische degelijkheid en design centraal staan. 

Het mag duidelijk zijn: Belgische merken kiezen niet altijd voor de grootste stands, maar laten zich steeds vaker opmerken door inhoudelijke innovatie. Of het nu gaat om cargofietsen, spaken of e-bikes – Belgische bedrijven bewijzen op Eurobike 2025 dat ze meer dan mee zijn, en zelfs op bepaalde vlakken de trend zetten. 

Prijsbeesten en debutanten 

Zoals altijd op Eurobike wordt er flink gestreden voor de prestigieuze Eurobike Gold Awards. Urbanisto is zo’n Belgische winnaar met hun doordachte ontwerp. Daarnaast vielen nog heel wat andere merken in de prijzen. 

Orbea trok niet toevallig veel bekijks met de Muga — een SUV op twee wielen die stad en buitengebied moeiteloos combineert. Vello (dat ook van ons een 9/10 kreeg) won verdiend voor hun longtail-innovatie en reflecterende accessoires. 

Velo de Ville, traditioneel een tikje stoffig, pakte uit met de Foldy, de vernieuwde Loady en hun REVO-C, die meteen een prijs won. UTO maakte van de naamswitch gebruik om ook niet-elektrische modellen in de kijker te zetten. Naast hun award-winning PRO20 zagen we ook de PRO16 en de NE (non-electric) lijn. 

Ook BESV gooide hoge ogen met hun “moon landing”-concept: “Ready for take-off”, klaar om Europa te veroveren. 

Nog een speciale vermelding voor de Brompton G-force, hun elektrische gravel-vouwfiets. Goed voor een prijs op Eurobike. Een uitstekende fiets, die we uitgebreid konden testen tijdens ritten van en naar Frankfurt Messe. Onze dagelijkse testrit van 9 km door het drukke Frankfurt was op 18 minuten voorbij – sneller dan de auto. 

Meer dan beursvloer – het échte festivalgevoel 

Eurobike is méér dan hardware. Overdag deals, panelgesprekken, netwerken en vergaderen tot je geen stem meer overhebt; ’s avonds workshops, BMX-shows en eindeloze testritten tussen foodtrucks en families. Ik spotte meer kinderzitjes en pumptracks dan ooit – dit is waar de fietswereld leeft, lacht en droomt van wat komen zal. 

Na drie dagen Eurobike is duidelijk waarom deze sector zo boeiend is. Geen enkele industrie waar innovatie, karakter en een gezonde dosis eigenwijsheid zo hard samenkomen. Vanaf dag vier zwaaien de deuren open voor het brede publiek, en maakt de rustige beursvloer plaats voor een bruisende mix van nieuwsgierige consumenten, testende gezinnen en marketingteams die nog snel deals willen sluiten.  

De toekomst van mobiliteit? Die zie je eerst in Frankfurt. Maar let op: veel exposanten hebben een zwak voor Velofollies, waar de sfeer meer naar fietsen ruikt dan op deze editie – waar de ruimte voor vierwielers en LEVs wel erg groot was.